Materiaal

De werking van een laser hangt af van het materiaal, de golflengte en de absorptiegraad. Afhankelijk van de intensiteit en inwerktijd van het laserlicht verhoogt het geabsorbeerde licht de oppervlaktetemperatuur of laat het materiaal smelten en verdampen.
Golflengte
De golflengte van de laserstraal bepaalt de positie in het elektromagnetische spectrum en de kleur, bijv. ultraviolet (355 nm), groen (532 nm), infrarood (1064 nm). De golflengte bepaalt ook grotendeels hoe het licht wordt geabsorbeerd door het materiaal en heeft ook invloed op de diameter van de focus, dieptescherpte en fotonenergie. Bij kortere golflengtes is een kleinere diameter van de focus mogelijk en de fotonenergie is hoger.
Absorptie
De absorptiegraad geeft aan hoeveel laserstraling in het werkstuk wordt omgezet, hoeveel wordt gereflecteerd en hoeveel overgebracht, d.w.z. hoe sterk de werking van het laserlicht is. De absorptiegraad wordt eveneens beïnvloed door de invalshoek van de laserstraal, de temperatuur, de aggregaattoestand en de oppervlaktekwaliteit van het werkstuk. Bij metalen betekent een kleinere golflengte in de meeste gevallen een grotere absorptiegraad.


