Voor het reinigen van oppervlakken met de laser worden zowel markeerlasers als korte- en ultrakortepulslasers gebruikt.
De werkingswijze blijft altijd dezelfde:
- De gefocuste laserstraal verwijdert puls voor puls verontreinigingen, oxidaties of functionele lagen die het voegproces verstoren.
- Met een zeer hoog pulspiekvermogen verdampt de laser de ongewenste lagen contactloos en extreem voorzichtig.
- Vergeleken met CO2-lasers, die bij het reinigen nog een dunne laag (bijv. 5 µm lak) laten zitten, kunnen vastestoflasers oppervlakken nog doelgerichter bewerken. Het werkstukoppervlak wordt door laserpulsen zo goed als niet thermisch beïnvloed, waardoor vervorming of materiaalbeschadigingen en -veranderingen worden voorkomen.
- Het verwijderde materiaal kan door een optioneel geïntegreerd afzuigsysteem eenvoudig en direct worden afgezogen.
- Door de laserparameters doelgericht in te stellen, kan de laser ook het componentoppervlak structureren om te zorgen voor een betere hechting van zowel gelijmde verbindingen en krachtige en vormsluitende verbindingen, als voor het aanbrengen van componentmarkeringen (bijv. codes voor traceren).