Een hulpstof, het soldeer verbindt bij het lasersolderen de verbindingsdelen. De smelttemperatuur van het soldeer is lager dan die van het componentmateriaal. Daarom smelt bij de bewerking alleen het soldeer.
De verbindingsdelen worden alleen verwarmd. Als het soldeer vloeibaar is, vloeit het in de voegspleet en verbindt zich met het oppervlak van het werkstuk (diffusieverbinding). Om een naad te kunnen solderen hoeft slechts één kant ervan toegankelijk te zijn. De dunne spleet tussen de componenten werkt als een capillair. Het vloeibare soldeer wordt in de spleet getrokken.