Het oplassen behoort tot de genererende methoden en wordt gebruikt bij de reparatie of modificatie van bestaande componenten en de veredeling van oppervlakken. Afhankelijk van de werktaak wordt ofwel het handmatige of geautomatiseerde laseroplassen toegepast.
Oplassen
Laseroplassen met draad en poeder
Handmatig laseroplassen
Bij het handmatige oplassen leidt de lasser de hulpstof "met de hand" naar het bewerkingspunt. Als hulpstof wordt bij deze methode meestal een dunne draad met diameters tussen 0,15 en 0,6 millimeter gebruikt. De laserstraal smelt de draad op. De smelt verbindt zich met het basismateriaal, dat eveneens wordt gesmolten en verhardt zich weer. Er blijft een kleine verhoging zichtbaar. Punt voor punt, lijn voor lijn en laag voor laag brengt de lasser de gewenste vorm aan. Een gasstroom van argon schermt daarbij het werkproces af van de lucht. Uiteindelijk wordt de oorspronkelijk vorm weer tot stand gebracht, bijvoorbeeld door slijpen, draaien, frezen of eroderen.
Geautomiseerd laseroplassen
Bij het geautomatiseerd oplassen wordt de hulpstof machinaal naar het bewerkingspunt geleid. Dit kan eveneens een draad zijn. Bij deze techniek wordt echter overwegend metaalpoeder als materiaal gebruikt. Metaalpoeder wordt laag voor laag op het basismateriaal aangebracht en zonder poriën en scheurtjes samengesmolten met het basismateriaal. Hierbij komt een zeer vaste lasverbinding van het metaalpoeder en het oppervlak tot stand. Na koeling ontstaat een metalen laag die mechanisch kan worden bewerkt. Het bijzondere hierbij is, dat doelgericht meerdere gelijke of ook verschillende metaallagen kunnen worden opgebouwd.
Contact