Als snijgas wordt bij het lasersmeltscheiden stikstof of argon gebruikt. Dit wordt met drukwaarden tussen 2 en 20 bar door de snijvoeg gedreven. Argon en stikstof zijn inerte gassen. Dat betekent dat ze niet reageren met het opgesmolten metaal in de snijspleet, maar blazen deze naar onderen uit. Tegelijkertijd schermen ze de snijrand van de lucht af.
Het voordeel: de randen blijven oxidevrij en hoeven niet meer te worden nabewerkt. Voor het snijden is echter alleen de energie van de laserstraal beschikbaar.
In dunne platen is de snijsnelheid zo hoog als bij het brandsnijden. Bij dikkere platen en bij het insteken is de processnelheid lager dan bij het brandsnijden. Enkele snij-installaties bieden de mogelijkheid om met zuurstof in te steken en dan met stikstof verder te snijden.