Een korte laserpuls met een hoge vermogensdichtheid brengt bij het laserboren de energie voor een zeer korte tijd in het werkstuk. Daardoor smelt en verdampt het materiaal. Hoe groter de pulsenergie, hoe meer materiaal smelt en verdampt. Bij het verdampen ontstaat er plotseling een groter materiaalvolume in het boorgat en daardoor een hoge druk. Deze dampdruk drijft het gesmolten materiaal uit het boorgat.
Een bijzonderheid vormt de laserbewerking met ultrakortepulslasers in het bereik van enkele picoseconden. Daarbij wordt het materiaal door sublimatie direct zonder het materiaal op te smelten vanuit de vaste staat verdampt – de component zelf wordt daarbij niet verwarmd.
In de loop van de tijd hebben zich uit het basisprincipe meerdere boormethoden ontwikkeld: